Casuïstiek vanuit de praktijk van de arbeidsdeskundige (deel 1)

Gepost 23/04/2013

Bij re-integratie van een zieke werknemer wordt er regelmatig gebruik gemaakt van arbeidstherapie. Een werkgever vroeg mij laatst wanneer er nog sprake is van arbeidstherapie en wanneer er sprake is van loonvormend werken? En hoe lang hou je vast aan het einddoel: terugkeer in het eigen werk?

Wanneer wordt arbeidstherapeutisch werken duurzaam?


In dit geval is er sprake van een winkelmedewerker met rugklachten. Haar taken zijn kassawerk, spiegelen (artikelen vooraan in het schap zetten) en magazijnwerk. Door de rugklachten is het spiegelen en magazijnwerk niet mogelijk. Het kassawerk is wel mogelijk.

In het kader van re-integratie is de werknemer gaan re-integreren in het kassawerk. Ze heeft dit nu een half jaar gedaan, maar staat nog altijd voor 100% ziek gemeld. Uitbreiding met de andere taken is geprobeerd, maar niet gelukt.

 

Van arbeidstherapeutisch werken kun je spreken als er aan de volgende eisen wordt voldaan (STECR):

  1. De activiteiten moeten binnen een van tevoren aangegeven periode uitgevoerd worden.
  2. De periode mag niet langer dan 6 weken zijn.
  3. De werkzaamheden moeten deel uitmaken van een opbouwend re-integratietraject.
  4. Het moet een gecreëerde functie zijn  (geen bestaande functie).
  5. Er moet begeleiding aanwezig zijn.
  6. De werknemer moet op elk moment weg kunnen gaan.

 

Kort samengevat gaat het bij arbeidstherapeutisch werken om activiteiten zonder loonwaarde die over een beperkte periode plaatsvinden.

 

Moet er loonwaarde worden toegekend aan het kassawerk?

De werkzaamheden worden langer dan 6 weken uitgevoerd. In dit geval kan er loonwaarde worden toegekend aan het kassawerk. Ik heb de werkgever wel geadviseerd om een onderzoek eerste spoor door een arbeidsdeskundige te laten verrichten. Want hoe lang blijf je vasthouden aan het einddoel: terugkeer in eigen werk?

 

Wanneer ga je van het eerste spoor over op het tweede spoor?

 

De werknemer is al een tijd bezig met arbeidstherapeutisch werken waarbij ze een van haar drie taken doet. De andere taken zijn geprobeerd, maar niet gelukt. Dit is het moment om een arbeidsdeskundig onderzoek te laten plaatsvinden. Het doel hiervan is om de mogelijkheden bij de eigen werkgever te onderzoeken. De arbeidsdeskundige zal dan het volgende onderzoeken:

  1. (Aangepast) eigen werk.
  2. Ander werk bij de eigen werkgever.
  3. Ander werk bij een andere werkgever.

 

De werkgever heeft in dit geval te lang vastgehouden aan de doelstelling terugkeer in het eigen werk. Wanneer het tot een WIA-beoordeling bij het UWV komt, kan dit een reden zijn om de re-integratie inspanningen van de werkgever als onvoldoende te beoordelen. Het is voor zowel de werkgever als de werknemer belangrijk om gedurende het re-integratieproces de vraag te blijven stellen: is het einddoel van de re-integratie nog haalbaar?